12 december 2016 | Interview
Het grootste deel van de verouderde terreinen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is de afgelopen jaren geherstructureerd. Maakt het succes van Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB) daarmee een einde aan haar bestaansrecht? Directeur SADC Jeanet van Antwerpen en senior projectmanager Harm de Boer bespreken hoe PHB ook in de toekomst nog van waarde blijft. ‘De vraag verandert constant, maar oliemannetjes die opereren tussen gemeenten en het bedrijfsleven blijven nodig.’
‘Revitaliseren hebben wij als PHB natuurlijk nooit echt gedaan’, opent Harm de Boer. De PHB’er vanaf het eerste uur benadrukt dat PHB altijd al meer een aanjaag- en communicatieopgave had. ‘Het is onze kracht, ook vanuit onze dagelijkse werkpraktijk bij SADC, om de taal van de ondernemers te spreken én die van de gemeente. Wij zijn een onafhankelijke middle man.’ ‘De oude revitaliseringsopgave richtte zich vooral op het opknappen van de openbare ruimte. Die was vaak verwaarloosd, waardoor ondernemers aan de bel trokken bij de gemeente. Het was veelal een moeizaam proces om die opknapbeurt voor elkaar te krijgen. Ondernemers en ambtenaren spraken vaak langs elkaar heen’, herinnert Van Antwerpen.
PHB richtte zich vanaf het begin in 2011 op samenwerking en begrip voor elkaars belangen. De Boer: ‘Wij worden vaak ingeschakeld bij impasses tussen een gemeente en de ondernemers. Het is onze taak om ondernemers samen te brengen en met één mond te laten praten met de gemeente.’ Van Antwerpen: ‘Waar een gemeente vaak eerst denkt aan de beeldkwaliteit zal de ondernemer zich vooral richten op functionaliteit. Die verschillende standpunten krijg je alleen helder als je vooraf ieders belang opzet. Doe je dat goed, dan kweek je begrip en creëer je gemeenschapsgevoel op een bedrijventerrein.’
Bedrijventerrein Verrijn Stuart in Diemen noemt De Boer als een prachtig voorbeeld waar al heel snel een klik ontstond met alle betrokken partijen. ‘De gemeente Diemen had niet de capaciteit om iemand vrij te maken voor het aanjagen van de herstructurering op dit terrein. Wij hielpen ze in 2011 al bij het indienen van een HIRB-subsidie voor de herstructurering en onlangs mochten we ook experimenteren met een beeldkwaliteitsfonds van de provincie. Twaalf ondernemers meldden zich al aan voor deze regeling en die knappen hun gevels op waarbij een kwart van de investeringen van bedrijven worden gedaan vanuit het beeldkwaliteitsfonds van de provincie.’
Het is één voorbeeld uit de lange rij herstructureringen die in de afgelopen jaren de revue zijn gepasseerd bij De Boer. ‘De ervaringen die wij hebben opgedaan bij PHB en ook de kennis die wij binnen SADC hebben, kunnen we heel goed bij de kleinere gemeenten in de MRA inzetten via PHB.’ Dat daarbij verder gekeken kan worden dan de traditionele herstructurering tonen Van Antwerpen en De Boer aan de hand van drie mogelijke toekomstrichtingen.
Digitalisering: glasvezel
De meest praktische toekomstrichting richt zich op de verglazing. ‘Glasvezel ontbreekt nog op heel veel bedrijventerreinen, maar is in onze ogen een basiskwaliteit van een kwalitatief en competitief bedrijventerrein’, aldus Van Antwerpen. ‘Vijf jaar geleden hebben we al voorzichtig ballonnetjes opgeworpen bij ondernemers, maar toen zagen ze die noodzaak nog niet. We waren daarmee te vroeg’, herinnert De Boer. ‘Nu komen ondernemers steeds vaker bij ons met het glasvezel-vraagstuk. Vanuit SADC hebben wij dat proces gefaciliteerd op Lijnden – het eerste bedrijventerrein dat SADC ooit uitgaf. Dat is kennis die we ook op andere bedrijventerreinen in de MRA kunnen toepassen. Dat doen we niet als alwetende organisatie, maar als facilitator. We leggen contact met andere gemeenten in de regio die bezig zijn met hetzelfde vraagstuk. Hoe doen zij het? Zo komt gemeente Uithoorn tijdens een bijeenkomst ervaringen delen rondom dit vraagstuk. Als regio moeten we elkaar verder helpen.’
Transformatie naar woon-werkgebieden
Belangrijk agendapunt voor die regio is de druk op de woningmarkt. Er moet worden gebouwd in de Metropoolregio Amsterdam om enigszins te voldoen aan de woningvraag. Dit gebeurt ook door oudere kantorenlocaties en industrieterreinen te transformeren tot gemengde woon-werkgebieden. ‘Dat loopt heel goed en biedt toekomst aan verouderde gebieden, maar het levert ook fricties op’, ziet Van Antwerpen. ‘Soms wordt heel makkelijk gedacht bij gemeenten “Dat bedrijf verplaatsen we wel” en wordt voorbijgegaan aan de impact die dat op zo’n bedrijf heeft. Dat zijn vaak bedrijven met een hogere milieucategorie en daar vind je niet zo weer een plek voor in de regio. Wij zouden als PHB graag opkomen voor de belangen van bedrijven en ze helpen met een verplaatsing.’
Circulair zendingswerk
De derde toekomstrichting van PHB is de circulaire economie. SADC komt de laatste tijd vaak in het nieuws als ontwikkelaar van vooruitstrevende bedrijventerreinconcepten op basis van de circulaire economie. Schiphol Trade Park is een werkgebied met internationale allure en state of the art-technieken. Van Antwerpen: ‘Mensen denken bij de toepassing van circulaire principes aan nieuwbouw, maar ook op bestaande terreinen kun je de denkwijze heel goed inpassen. Bij het maken van een nieuw inrichtingsplan zouden gemeenten direct moeten nadenken over de juiste inrichting. Ga je voor planten die weinig bijdragen of kies je voor planten die fijnstof uit de lucht halen? Leg je een weg aan met een dikte voor honderd jaar, of leg je een weg aan waarvan je de materialen na dertig jaar nog weer op een andere manier kunt inzetten? Het zijn aanpassingen waar de ondernemer niet direct iets van merkt, maar die wel bijdragen aan de kwaliteit van het gebied en van onze wereld. Wij kunnen enkel de handreikingen doen. Het is een soort zendingswerk. Door middel van inspiratie, informatie en praktijkvoorbeelden kunnen wij adviezen uitbrengen en proberen een beweging op gang te brengen. Uiteindelijk ligt de bal bij de gemeenten en de ondernemers.’
Als regio vooruit
Transformatie, digitalisering en circulariteit; er is nog genoeg werk te verrichten voor de PHB. ‘En vergeet ook niet dat er de komende periode nog een herstructureringsopgave ligt en vroeg of laat ook andere terreinen weer moeten worden geherstructureerd’, stelt De Boer. Van Antwerpen: ‘Hoe goed het park- of gebiedsmanagement ook is, verandering is van alle tijden. Over tien jaar hebben we misschien wel zelfrijdende auto’s, hebben we minder behoefte aan parkeerplekken en zijn lantaarnpalen, zoals we die nu kennen misschien niet meer nodig. Wie zal het zeggen? Uiteindelijk draait het erom dat ondernemers trots zijn op hun bedrijventerrein en dat we bestaande gebieden marktconform weten te houden, zodat we als regio vooruit kunnen blijven gaan. De oliemannetjes met expertise zoals die bij PHB rondlopen zijn daarin zeer waardevol.’