Geloof in de circulaire zaak

  29 augustus 2017  |    Interview

Een gesprek met Guido Braam over duurzaam, het geheven vingertje, Cradle to Cradle en de toekomst van het nieuwe economische model.

Als initiator van Nederland Circular Hotspot, talloze start-ups en directeur van C:\Creators is Guido Braam al langer bezig met de transitie naar een circulaire economie dan je op basis van zijn jonge verschijning zou denken. Met een bevlogenheid die zo kenmerkend is voor circulaire ondernemers vliegen krachttermen en emotie over tafel. En het is pas negen uur in de ochtend.

Hegel bij de koffie

“Veel veranderingen groot en klein verlopen volgens het principe dat Hegel, de Duitse filosoof ooit geïntroduceerd heeft. Eerst is er de these. Daarna volgt een antithese, als kritiek of als verzet. Gevolgd door de synthese waarbij de lessen van beide gecombineerd worden tot iets nieuws. Dat zie je in de wetenschap, maar ook in de kunst. Kubisme ontstond uit Expressionisme dat op haar beurt een kunstkritiek was het Impressionisme. En dat zie je zeker ook bij de transitie naar circulaire economie.”

Einde aan de groei?

“Als je terugkijkt in de tijd, dan zou ik graag beginnen bij het rapport Limits to Growth van de Club van Rome in 1972. We hadden tot die periode een tijd van ongebreidelde groei achter ons. Vanaf de tweede wereldoorlog was de welvaart in Europa en zeker ook Nederland gegroeid. Er leefde tot dan toe de idee dat alles in stukjes op te knippen was en dat je elk los stukje kon optimaliseren. Bedrijven werden succesvol als je de share holders value zo kon maximaliseren. “

Guido gaat verder: “36 vooraanstaande wetenschappers van de Club van Rome hadden echter becijferd dat de grondstoffen uitgeput raakten, de aarde vervuild was en de voedselproductie de bevolkingsgroei niet bij kon benen. Oorzaak: de industrialisatie. Dit is het eerste, duidelijke signaal dat er een grote weeffout in het kapitalistisch, economische model zit. We hadden in onze drang naar meer en beter duidelijk een aantal dingen gemist, die niet te meten waren in share holders value. Verandering bleek bitter noodzakelijk.”

“Hun voorspellingen en het tijdspad lijken overigens nog altijd wel te kloppen. Al moet ik daar wel een aanscherping bij maken. De gevolgen, zo tonen hedendaagse onderzoeken aan, zullen niet stapsgewijs erger worden. De effecten zullen zich exponentieel openbaren. Eerder met een knal dan in een opkomende golf.  Ik ben gelukkig geen doemdenker. Ik zie dat we wel de goeie weg aan het inslaan zijn.”

Het geheven vingertje

“Mede door de Club van Rome kwam de duurzaamheidsgedachte in zwang. De antithese om het in Hegels termen te duiden. Ik heb daar overigens altijd weinig mee gehad. Duurzaam voelde altijd als het opgestoken vingertje. Je mag niet te lang douchen, je mag minder autorijden. Begrijp me niet verkeerd, er zijn daardoor wel mooie stappen gezet. Denk aan het verwijderen van de CFK’s uit onze maatschappij, of de katalysator die nu onder elke, nieuw geproduceerde auto zit. Toch zit er geen motiverende gedachte onder. We hebben deze successen dan ook voornamelijk te danken aan ingevoerde wet- en regelgeving volgens het principe: de vervuiler betaalt.”

De antithese

“Rond 2000 komt daar een nieuw Cradle to Cradle-geluid bij. Het gelijknamige boek van Braungart en McDonough is heel toepasselijk niet van papier, maar gedrukt op recyclebaar kunststof. Zij leggen de nadruk op het herstellen van de weeffout in het systeem. Wij maken producten door er energie, materialen en grondstoffen in te stoppen. Als het product opgebruikt is, danken wij het af en beginnen weer opnieuw. Dat model is eindig en niet in balans met de natuur. Wij moeten het economisch systeem zo herinrichten dat wij geen afval meer produceren. Alle gebruikte materialen in het ene product, kunnen nadat het product is opgebruikt, worden ingezet in een ander product, zonder kwaliteitsverlies. Recyclen was wat hen betreft een afgezwakte vorm. Het gaat om waardebehoud. Deze gedachte betekende dat we op zoek gingen naar innovaties in processen maar ook in onze producten. Maar er ontbrak nog een belangrijk onderdeel.”

Money, money, money

“De Ellen MacArthur Foundation – toen al bezig met de volgende stap: circular economy – zette een stroomversnelling in gang. Zij gaf het gerenommeerde adviesbureau McKinsey de opdracht om uit te rekenen wat de transitie naar een circulaire economie aan economische mogelijkheden zou opleveren. Die eerste berekening kwamen uit op een slordige 300 tot 600 miljard dollar per jaar voor Europa alleen al.”

“Sluiten van de kringlopen werd daarmee ‘common sense’, dat kon zelfs een kruidenier bedenken. De crux was om andere business modellen te ontwikkelen, andere verdienmodellen. Hoe kan je waarde behouden en daarmee geld verdienen? Mooi voorbeeld daarvan is het bouwbedrijf Horizon. Zij kopen de slooprechten van gebouwen. Zij zien de schaarste van materialen als een business opportunity. Gebouwen als opslag van bouwmaterialen van de toekomst. Spotify kan je zo ook zien. We hebben ineens geen cd’s meer nodig, geen players meer, discmans zijn overbodig. De mogelijkheden zijn heel divers. Stel je koopt nog maar 1 telefoon, die zo is ontworpen dat je modules kan toevoegen of vervangen. Dat vraagt wel om een ander verdienmodel van de telefoonmaatschappij.”

Onze ‘man on the moon’

“Wij raken nu in een stroomversnelling. Dat zeg ik niet omdat ik zelf in deze bubbel zit. Ik hoor het ook om mij heen. Je ziet dat overheden nu circulair gaan aanbesteden. Of neem de nieuwe vleugel van Schiphol. Deze wordt allemaal volgens circulaire principes gebouwd. Dat is 3 miljard, die in de markt wordt neergelegd. Daarmee kan de kritieke massa wel eens bereikt worden. In lijn daarmee moet Nederland in 2050 de transitie hebben gemaakt naar de circulaire economie. Dat is een hele brede doelstelling. De bouw heeft daarbij onze focus. En wat zou het mooi zijn als de bouwopgave van de Metropoolregio Amsterdam (250.000 woningen tot 2040) ook circulair wordt aanbesteed. Daar zijn nog wel veel zaken om uit te vinden. Want bij circulaire bouwen komen veel meer disciplines en vakgebieden samen dan in de meer traditionele manier van bouwen. Denk bijvoorbeeld aan installaties om hele wijken te verwarmen, aan technieken voor het opslaan van energie in batterijen of het voorzien in de energievraag van alle elektrische auto’s. Banken, woningcorporaties en ontwikkelaars moeten anders leren of durven denken over waarde en eigendom. Maar dit is wat mij betreft onze ‘Man on the Moon’. Er moet nieuwe wetgeving komen, andere verdienmodellen, nieuwe financieringsmodellen, een materialenpaspoort om te weten waar, welke materialen in een gebouw zitten. (Madaster is hier voor opgericht en IBM werkt anderzijds al aan een programma hiervoor).”

“Deze bouwopgaaf en Schiphol lijken een kritieke massa in de bouw te vertegenwoordigen, als je het mij vraagt. Dit gaat een enorme versnelling aan innovaties teweeg brengen. Ik krijg de laatste tijd dan ook veel, wat paniekerige telefoontjes van partijen die bang zijn de boot te gaan missen. Ze willen allemaal, maar ‘hoe doen ze het’ is nu de vraag.”

Metropool als verkoopproduct

“Wij verkeren daarbij in Nederland in een unieke positie. We leven in een dichtbevolkt gebied. Dat maakt ons creatief met ruimte. Wij hebben zelf weinig grondstoffen. En met de groei van de wereldbevolking en verstedelijking zullen er steeds meer metropolen met dezelfde problemen te kampen krijgen. Want zonder stappen te zetten naar een circulaire economie, slibben de steden dicht. Als Nederland lopen wij nu al voor de troepen uit. Deze opgebouwde knowhow wordt straks gewoon ons export-product. Zo is het ook met watermanagement gegaan. Ja, er is geld te verdienen in deze nieuwe, circulaire economie.”

Meanderende Hegel

De synthese is compleet. We moesten in principe duurzaam zijn, we konden dat beter door kringlopen te sluiten en te innoveren en we krijgen het pas voor elkaar als dit principe, de noodzakelijke innovatie en geld verdienen op 1 lijn zitten. En daarmee staan we aan de vooravond van de volgende these.