9 mei 2018 | Nieuws
Innovatie gedijt bij samenwerken en kennisdelen. Science parks of bedrijfscampussen zijn ware broeinesten van innovatie waar dit in de praktijk wordt gebracht. Overal schieten ze als paddenstoelen uit de grond. Maar wat maakt een science park aantrekkelijk? Die vraag stellen gemeenten, vastgoedbedrijven, gebiedsontwikkelaars en ondernemers zich al jaren. Ze zoeken effectieve methodes voor campusontwikkeling en vragen zich af hoe ze een netwerk van organisaties kunnen helpen opbouwen en versterken om zo innovatie en groei te ondersteunen. Uniforme antwoorden zijn er nog niet. Onderzoeker Benny Ng zorgt mogelijk voor een doorbraak.
Benny Ng is PhD-kandidaat aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij hoopt eind 2019 een groot onderzoek naar, zoals hij het noemt ‘campusbuilding’ af te ronden. Daarin heeft hij de gebruiker centraal gesteld en dat is een nieuwe aanpak. Ng: “Vastgoed is altijd heel aanbodgericht geweest. Dat is aan het veranderen. Vanuit mijn leerstoel op de TU/e proberen we vanuit de gebruiker te denken, vraaggericht te werken. Dat sluit dus mooi aan.”
Het onderzoek bestaat uit drie delen: eerder heeft Benny al het begrip science park verkend. Nu buigt hij zich over de vraag waar uiteenlopende gebruikers toegevoegde waarde zien in een science park? Wat vinden ze belangrijk? Tot slot worden het netwerkgedrag tussen parkbewoners onderling en de invloed van de fysieke omgeving onderzocht, zodat een beeld ontstaat van het ecosysteem van een succesvolle campus.
“Doel is dat er een ecosysteem ontstaat waarbinnen innovatie en business worden gecreëerd”
Parkmanagement onontbeerlijk
Ng doet vooral kwantitatief onderzoek. Hij heeft contact met 130 individuele campusgebruikers in ons land en ruim 80 science parks elders in Europa. Het onderzoek is nu halverwege de tweede fase en Benny kan al een tipje van de sluier oplichten over wat essentieel is voor een bloeiend science park. “Er blijkt vrijwel altijd een vorm van parkmanagement te zijn. Controle en sturing is kennelijk nodig, bijvoorbeeld voor het maken van een goede dna-vergelijking en het scherp selecteren en aantrekken van nieuwe parkbewoners. Het doel is toch dat er een evenwichtig ecosysteem ontstaat van aanverwante partijen die (deels samen) innovatie en business creëren.”
Veel science parks ontwikkelen zich rond een thema, bijvoorbeeld bio tech, medische innovatie of life sciences. Hoe dichter de bewoners op elkaar zitten qua kennis en mindset, hoe makkelijker het voor ze is om met elkaar te communiceren. “Daar kun je op sturen als campusmanager”, constateert Benny. “Toch zou ik aanraden de focus niet te beperken tot één thema. Er is een zekere overlap nodig, maar ook ruimte voor partijen om op hun eigen manier aanvullend te kunnen zijn. Zo ontstaat een veelbelovende kruisbestuiving.”
De Nederlandse campus
Er is uiteraard ook contact met de 8 top science parks in ons land, waaronder Amsterdam Science Park, TU Delft, Brightlands Chemelot Campus, Kennispark Twente en Wageningen Campus. De internationale vergelijking leert dat Nederlandse campussen anders zijn dan die elders in Europa. Er zijn kleine, incubate-achtige locaties met vooral startups, iets grotere onderzoekslocaties van kennisinstellingen en coöperatieve locaties met meerdere grote en kleine partijen en zelfs leisure.
“Geografische nabijheid is belangrijk en de mindset, het op dezelfde golflengte zitten”
De ‘grote 8’ hebben als gemene deler dat ze een uitbouw zijn van bestaande, kleinere bedrijfs- of universiteitscampussen. “Een compleet nieuw science park opzetten, zie ik niet snel gebeuren. Dat is zoveel complexer met vraagstukken als bereikbaarheid, etc. En je hebt altijd gevestigde partijen nodig met ideeën waar anderen als vliegen op af komen.” Ng vergelijkt het met de retail: “In winkelcentra heb je anchortenants nodig, grote winkelketens, die publiek trekken en de klantenflow faciliteren voor kleinere winkels. Voor een succesvolle campusbuilding heb je een kennisinstelling nodig. Die is meer geneigd om kennis te delen en faciliteert zo de ideeënflow.”
Triple helix
Bedrijven zijn weer nodig om het proces van idee naar commercialisatie te versnellen. En de gemeente is essentieel voor het geld. “Campusontwikkeling is een kostbaar proces van jaren. Private partijen hebben niet altijd de tijd en het geld om het risico te nemen. Gemeenten zijn daardoor altijd nodig. Dat geeft ook niet. De investering levert ze per slot van rekening economische groei en banen op.” De wetmatigheden leiden vanzelf tot een ander kenmerk van de campus: de triple helix-constructie van overheid, onderzoeksinstellingen en ondernemers.
Pluspunten van de campus
De contouren van wat campusbewoners voor elkaar kunnen betekenen, worden scherper. Maar hoe denken de gebruikers zelf het beste te gedijen op een campus? Wat vinden ze belangrijk en wat willen ze eruit halen? Samenwerken en kennisdelen zijn essentieel, zeggen vrijwel alle deelnemers aan het onderzoek, ongeacht of ze startup, multinational, onderzoeker of mkb’er zijn. Te denken valt aan trainingsprogramma’s, het delen van databases of een bibliotheek. Benny: “Een van de proposities van het moderne science park is het robuuste kennisnetwerk, het ecosysteem dat zich lokaal vormt. Vergeleken met een regulier kennisnetwerk waar partijen elkaar alleen treffen als het echt nodig is, tonen campuspartijen een commitment om zich bij elkaar te vestigen en de geografische en intellectuele nabijheid (samen) te exploreren, exploiteren en uit te bouwen. Zo ontstaat waarde.”
De ene gebruiker waardeert kennisdeling overigens anders dan de ander. De tech startup vindt congressen een belangrijke manier om kennis te delen. Dat gaat om kennis die face to face via het gesproken woord makkelijker wordt gedeeld dan op papier. Bestaande, grotere partijen richten zich meer op trainingsprogramma’s en information access. Zij zoeken aanvullende kennis. “Het verschil tussen exploratie en exploitatie is het verschil tussen de startende en de oudere ondernemer.”
Ook leefbaarheid en gedeelde faciliteiten zijn belangrijk. Bij het eerste valt te denken aan groen, horeca, parkeren en leisure zoals fitnessruimtes en bioscoop. Faciliteiten delen helpt kosten drukken voor zaken die onmisbaar zijn voor alle partijen, zoals glasvezel en juridische ondersteuning. Ze worden aangeboden door een derde groep campusgebruikers, de service providers. Zij richten zich meer op lage bedrijfskosten en business support.
“Het lock-in effect van scienceparkbewoners zorgt er voor dat kennis en kunde in het ecosysteem blijven”
Naast het eerder genoemde parkmanagement, scoren het imago en de kansen voor branding hoge ogen. Benny: “Bedrijven verwachten zich via hun verbintenis met een bloeiende campus positief te kunnen profileren. Een startup heeft vaak weinig tijd en geld voor branding, via de campus gaat dat als vanzelf.”
Lock-in effect ecosysteem campus
Ng hoopt eind van het jaar te beginnen aan de eindfase van zijn onderzoek. Hoe ziet het lokale ecosysteem van de campus er uit, hoe functioneert het en hoe opereert de gebruiker erin? Kennis over die mechanismen is belangrijk om het ecosysteem verder te kunnen uitbouwen. “Er ontstaat in wezen een afhankelijkheid tussen bewoners en locatie, een community waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Dat ontmoedigt de gebruikers om het systeem te verlaten en daarmee kennis en kunde mee te nemen.” Ng noemt het het lock-in effect. In zo’n constellatie en vanwege de hoge ambities is parkmanagement belangrijk. “De creatie en het instandhouden van een ecosysteem waar wordt geïnnoveerd en kennis wordt uitgewisseld, is niet eenvoudig. Een dynamische houding is vereist bij het management waarbij vastgoed- en kennisexploitatie nauw op elkaar aansluiten.”
Handvaten
Door de omvang van zijn onderzoek en de brede aanpak hoopt Benny de geheimen van een bruisend science park bloot te leggen. Vastgoed- en gebiedsontwikkelaars, gemeenten en ondernemers hebben veel belangstelling voor de resultaten. Hij tempert wel een klein beetje de verwachtingen: “Het resultaat wordt niet een in één waarheid gegoten model voor campusbuilding. Maar het zal zeker handvaten opleveren voor de invulling en inrichting van kansrijke science parks”, belooft hij.
Op 24 mei organiseert SADC samen met de TU Eindhoven een middagsymposium over innovatieve werklocaties. Zie hier het programma van de middagsymposium. De inschrijving voor dit symposium zijn overigens gesloten.