Houd de kennis in de regio

  22 november 2016  |    Interview

‘Natuurlijk kun je ook een adviesbureau inhuren voor de kennis die je inschakelt met Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB), maar dan ben je de kennis daarna weer kwijt en moet de volgende gemeente weer de buidel trekken.’ In deze enkele zin vangt Casper de Canne, mede-oprichter Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen, de essentie van het bureau. ‘Kennis behouden voor de regio, vanuit die insteek zijn Martin Bekker (beleidsmedewerker Economische Zaken bij de Stadsregio Amsterdam) en ik in 2009 gestart met het pilotbureau.’

Waarom moest er een projectbureau herstructurering komen?
‘Ik liep al langer met de gedachte voor een herstructureringsbureau toen in 2008 de rapportage van de Taskforce Noordanus uitkwam over de erbarmelijke staat van bedrijventerreinen in Nederland. Dat rapport werd groots en meeslepend gepresenteerd en het Rijk stelde een groot budget beschikbaar. Tegelijkertijd waren wij al ver met het maken van afspraken met Plabeka om die opgave aan te pakken, omdat er in de regio eigenlijk geen kennisbureau was om dat op te pakken. Vooral bij kleinere gemeenten ontbrak de deskundigheid om subsidies binnen te halen en grote revitaliseringsprojecten in gang te zetten.’

 

Wat was de opdracht?
‘Herstructurering is natuurlijk niet iets vanaf 2008, daar ben ik al sinds 1992 mee bezig. Ik was destijds de voorzitter van de werkgroep herstructurering binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en heb dit projectbureau toen samen met Martin Bekker opgezet. Het was ons doel om de kennis en kunde rondom dit vraagstuk breed in de regio te organiseren. De opdracht die we meekregen vanuit Plabeka: “deel jullie kennis met de regio”. Het was altijd mijn intentie om vanuit dat projectbureau te werken naar een regionale ontwikkelingsmaatschappij, maar dat is helaas niet gelukt.’

 

Waarom is een regionale ontwikkelingsmaatschappij niet gelukt?
‘In 2009 kwam een iets kleinere pot met geld voor herstructurering op de markt vanuit het Rijk, maar het was ook de periode waarin de economische crisis hard insloeg. Overheden dachten wel twee keer na voordat ze geld uitgaven. Vanaf het begin was het daarom op een houtje-touwtje-manier zoeken naar geld en naar gemeenten die er tijd en energie in wilden steken. Door de economische crisis hebben we het Rijk na 2009 niet meer gezien. Gelukkig is de provincie nog wel doorgegaan met de HIRB-subsidie.

 

Welk resultaat hebben jullie bereikt?
‘Anticiperend op die geluiden hebben we heel praktisch gekeken hoe we zonder investeringsmiddelen toch onze doelstellingen konden behalen. Uiteindelijk werkten we met een begroting van 250.000 euro waar we een kantoor voor huurden en gemeenten konden inschakelen. Jaren later is er nu ongeveer 1.300 hectare bedrijventerrein opgeknapt en sommige projecten lopen natuurlijk nog, dat zijn vaak processen van vijf tot tien jaar. Wij hebben vooral opgetreden als aanjager van het proces, subsidieaanvragen gedaan en visies geschreven om zo initiatieven een stap verder te brengen. Uiteindelijk is PHB heel nuttig gebleken om de opgave van 2.000 te herstructureren hectare terug te dringen naar 700. Het is geen BOM, LIOF of Oost NV geworden, maar wel een goed acterend projectbureau.’

 

Wat zijn de voorwaarden geweest voor dat resultaat?
‘Uiteindelijk is er wel een wil van het bedrijfsleven en de gemeente nodig om het gebied verder te helpen. Vooral op bestaande bedrijventerreinen zijn herstructureringen vaak lastig van de grond te krijgen omdat het probleem erg versnipperd is. De experimentenwet BIZ is wat dat betreft een ideaal middel om een herstructurering van de grond te krijgen. Op Waarderpolder in Haarlem is het gelukt. Diemen en Haarlemmermeer zijn erg geslaagde casussen en er loopt nog een aantal initiatieven. Wat enorm heeft bijgedragen is dat de provincie door is blijven gaan met het verstrekken van de HIRB-subsidie. Die subsidie blijkt voor gemeenten vaak net die stimulans te bieden om aan de slag te gaan met de herstructurering. Ze moeten toch een keer beginnen, en het is aantrekkelijk als daar een financiële regeling bij komt kijken.’

 

Hoe blijft PHB in de toekomst relevant?
‘Ik denk dat er altijd een plek is voor PHB in de MRA, maar de focus verschuift van het oude adagium rondom herstructurering naar onderwerpen als verduurzaming, het mengen van woon/werkfuncties of het creëren van interactie op bedrijventerreinen. Ten eerste zijn wij een kennisinstituut en verspreiden wij onze kennis en ervaring via kennisbijeenkomsten en lezingen. Ten tweede blijven kleinere gemeenten behoefte houden aan kennis bij de revitalisatie en transformatie van bedrijventerreinen, ook gericht op de energietransitie. Op bedrijventerrein Molletjesveer in Zaandstad-Noord (Wormermeer) zijn we bijvoorbeeld bezig met een bedrijvenvereniging voor een gezamenlijke energiemaatschappij. PHB kan als procesmanager een rol spelen bij die vraagstukken. De kennis rondom herstructurering van bedrijventerreinen zouden we ook heel goed kunnen inzetten bij andere herstructureringsvraagstukken als detailhandel; maatschappelijk vastgoed, culturele instellingen en binnen de agrarische sector staat ook steeds meer leeg. Het zijn gebouwen met een andere bestemming, maar de uitdaging blijft vaak hetzelfde: revitalisering of transformatie.’