Metropoolregio Amsterdam bereidt zich voor op aardgasloze toekomst

  16 december 2016  |    Nieuws

14 december stemmen 32 publieke en private partijen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in met het ‘Grand Design’ van een regionaal warmtenet van IJmuiden tot Almere en van Zaanstad tot Aalsmeer. De regio bereidt zich hiermee voor op een aardgasloze gebouwde omgeving met warmtenetten als een aantrekkelijk alternatief. Het beoogde collectieve warmtenet is volgens onderzoek van CE Delft vele malen goedkoper dan een aanpak met individuele maatregelen in de woningen en zorgt voor een aanzienlijke energiebesparing. Ook is de ‘Routekaart Duurzame Warmte in de MRA’ vastgesteld, waarin afspraken staan hoe het regionale warmtenet gerealiseerd kan worden. Het aaneengesloten warmtenet moet in 2040 evenveel duurzame warmte geven aan huizen, tuinbouwkassen en bedrijven die gelijk staat aan de warmtevraag van een half miljoen woningen.

Aardgasloos
De ratificatie van het Klimaatakkoord van Parijs betekent dat we afscheid gaan nemen van fossiele brandstoffen. Ook de netbeheerders geven aan dat het niet meer reëel is om de oude gasnetwerken te vervangen. Dit betekent dat lokale overheden, energiebedrijven en gebouweigenaren snel aan de slag moeten met alternatieven voor aardgas in de gebouwde omgeving. De partijen in de MRA hebben de ambitie uitgesproken om de gebouwde omgeving al grotendeels aardgas vrij te hebben per 2035, rekening houdend met de verschillende situaties per gemeente. We beginnen niet bij nul. In Amsterdam en Almere zijn al grote netten aanwezig en in andere gemeenten zijn de plannen in een vergaand stadium.

Grand Design’ regionaal warmtenet
In de MRA wordt de ambitie om bestaande wijken aardgasvrij te maken voortvarend opgepakt. Zo kwam de gemeente Amsterdam onlangs met de aankondiging om volgend jaar al 10.000 bestaande woningen aan te wijzen die van het gas af gaan. Maar ook in de regio werkt men aan concrete plannen voor de alternatieven van aardgas. Zo is in een Grand Design in kaart gebracht waar de grootste warmtevragers zitten, wat de huidige en toekomstige warmtebronnen zijn en waar de infrastructuur voor de warmtenetten kan komen te liggen. De tuinders in Greenport Aalsmeer bijvoorbeeld hebben een warmtebehoefte die vergelijkbaar is met maar liefst 130.000 woningen. De partijen in de MRA zien dan ook graag dat de tuinbouw wordt aangesloten op een (regionaal) warmtenet, o.a. gebruik makend van restwarmte van de industrie. Er is voldoende warmte beschikbaar om aan de vraag te voldoen. Deze warmte wordt nu geloosd.

Verduurzaming
Doel is ook om de warmtenetten volledig te verduurzamen per 2040 door bijvoorbeeld volop in te zetten op geothermie en op restwarmte van o.a. Tata Steel en datacenters. Zo kan het nieuwe Datacenterpark op Schiphol Trade Park straks de warmte leveren aan de tuinbouwkassen van Prima4A. De verwachting is ook dat het warmtenet kan helpen bij het omzetten van eventuele overtollige elektriciteit van de windmolens op de Noordzee naar duurzame warmte. Het regionale warmtenet leidt bovendien tot een primaire energiebesparing van 6 petajoule. Ter vergelijking: het Nationale Energieakkoord gaat uit van een energiebesparing van 100 petajoule.

Andere alternatieven voor aardgas
Er zijn meerdere alternatieven voor aardgas zoals vergaand isoleren, gecombineerd met all-electric maatregelen (warmtepomp en zonnepanelen) of groengas. In samenwerking met de provincie(s) zullen de gemeenten zich inspannen om nog deze raadsperiode warmtetransitieplannen te ontwikkelen: welke verwarmingsmethode is in welke buurt het meest efficiënt en wenselijk. Met het Grand Design kunnen gemeentebestuurders in de MRA nu makkelijker bepalen of warmtenetten in hun gemeenten een oplossing kunnen bieden. De provincie ondersteunt gemeenten hierbij en laat voor elke gemeente een warmtekaart maken door CE Delft. Op deze kaart is per wijk aangegeven welk alternatief voor aardgas economisch het meest aantrekkelijk is.

Lobby Rijksoverheid
Voor een aantrekkelijk aanbod voor de klant en voor een grootschalige uitrol van het regionale warmtenet is wel de steun van de Rijksoverheid nodig. Duurzame warmte moet toegankelijk en betaalbaar zijn. Dat kan door de kosten van delen van de warmte-infrastructuur te socialiseren (kosten worden omgeslagen op alle huishoudens) zoals dat nu ook gebeurt bij gas- en elektriciteitsnetten. Met een vorm van CO2-beprijzing in de energietarieven worden alternatieven zoals duurzame warmte bovendien een stuk aantrekkelijker dan aardgas. Verder is het belangrijk dat gemeenten, samen met netbeheerders, de bevoegdheid krijgen om gasnetten niet meer te vervangen. Op deze punten vindt overleg plaats met de Rijksoverheid. En de vorige week gepresenteerde energieagenda van Minister Kamp biedt gelukkig genoeg aanknopingspunten.

Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/12/07/kabinet-schetst-route-naar-co2-arme-energievoorziening

Partners
Het warmte en koude programma kent inmiddels 32 partners: AEB Amsterdam, Alliander DGO, Amsterdam Economic Board, Eneco, Energieonderzoek Centrum Nederland, ENGIE, ENnatuurlijk, Gemeenten Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Diemen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Ouder-Amstel, Uithoorn, Velsen, Zaanstad, Aalsmeer, HVC, Liander, Nuon Warmte, Ocap, Omgevingsdienst IJmond, Provincie Noord-Holland, Schiphol Area Development Company, Stadsverwarming Purmerend, Tata Steel, TNO, Veolia. Belangrijk is ook te melden dat de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties meedoet aan het programma waardoor nu ook afnemers van warmte aan tafel zitten.