Molenkade: van probleemterrein naar herstructureringsvoorbeeld

  28 november 2016  |    Interview

Een beschrijving van bedrijventerrein Molenkade in Duivendrecht aan het begin van deze eeuw klinkt als een scene uit een gangsterfilm. Het gebied werd in de nachtelijke uren overgenomen door drugsdealers, de politie meed het terrein en ook de gemeente keek liever de andere kant op. De oplossing was dit keer geen held in een strak pak, maar een lange adem en een goed uitgevoerde herstructurering.

‘Het stond hier constant vol met schimmige auto’s, er was amper straatverlichting en bomen hingen tot ver over de weg. En als je van je auto af wilde, dan liet je ’m hier gewoon achter en werd ’ie vanzelf in de fik gezet of kapotgeslagen. Het was een zooitje’, verduidelijkt Jan van Deudekom. De directeur van het gelijknamige logistieke bedrijf weet als geen ander de situatie voor de herstructurering te beschrijven. Al decennia zit hij met zijn vrachtwagens op Molenkade in Amsterdam.

‘Nou ja, Amsterdam mag het officieel niet heten. We vallen onder de gemeente Ouder-Amstel, maar als je op de kaart kijkt, is dat onlogisch. Wij liggen als een raar stulpje aan de rand van de gemeente. Gevoelsmatig horen we bij Duivendrecht of Amsterdam. Het idee onder alle ondernemers hier was dan ook lange tijd dat de gemeente Ouder-Amstel nooit goed kon zijn voor ons.’

Bijeenkomst toekomst Molenkade
Zo modderde het bedrijventerrein jarenlang wat aan. ‘Er was weinig verbondenheid tussen de ondernemers, iedereen dacht de we niets konden.’ Tot een avond in 2007 toen er met hulp van de Kamer van Koophandel een bijeenkomst werd belegd op het gemeentehuis over de toekomst van Molenkade. ‘Ik was die avond wat later bij die bijeenkomst, maar het zat stampvol en de toon was zeker niet vriendelijk te noemen.’ Het oude zeer kwam naar boven en ook de gemeente kon het niet langer negeren: er moest iets gebeuren.

Rapport met onhaalbaar plan
Wat volgde was een rapport van adviesbureau Oranjewoud. Van Deudekom: ‘De mooiste plannen werden voorgesteld, de rondweg zou worden doorgetrokken en het terrein zou een volledige opknapbeurt krijgen.’ Dat plan kon echter snel weer de ijskast in. ‘Financieel was dat totaal niet haalbaar’, stelt Frank Voorbergen. De projectmanager van Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB)  is aangeschoven om te vertellen hoe hij in 2008 betrokken raakte bij Molenkade.

HIRB-subsidie voor herstructurering Molenkade
‘Ik raakte vanuit het pilotbureau van PHB betrokken bij de herstructurering van dit terrein en samen met de gemeente Ouder-Amstel, KvK en Ondernemersverenging Ouder-Amstel hebben we in 2009 een HIRB-subsidie aangevraagd bij de provincie Noord-Holland. Die subsidie voor de herstructurering en het intelligent ruimtegebruik op bedrijventerreinen werd binnengehaald, maar toen bleek dat de gemeente toch iets meer moest bijleggen dan zij hadden verwacht.’ Uiteindelijk duurde het nog tot 2012 voordat de gemeente de benodigde miljoen euro binnen had en er werd gestart met de herstructurering van Molenkade.

Herstructurering zorgt voor opknapbeurt
Er werden daarbij geen technische hoogstandjes uitgehaald erkennen de mannen. De openbare ruimte kreeg een opknapbeurt, een gevaarlijk kruispunt werd heringericht, een slootje wat meer op een riool leek werd gedempt en het complete terrein werd een blauwe zone om de parkeerproblematiek aan te pakken. ‘Het is enorm opgeknapt’, ziet Van Deudekom. Ondernemers waren enthousiast, zagen kansen voor een Molenkade 2.0 en pakten de handschoen op.  Verschillende ondernemers hebben na de investeringen ook hun gevels opgeknapt. Je ziet dat ze nu weer durven te investeren.’

Organisatie van het terrein is belangrijk
De herstructurering heeft de ondernemers dichter bij elkaar gebracht. ‘Vier keer per jaar komen we samen met Stichting Parkmanagement Molenkade en daar zit dan ook altijd iemand van de gemeente bij, maar er is niet heel veel te bespreken. Het is schoon en rustig.’ De schimmige types zijn vertrokken en waar het vroeger ging over de drugsdealers, afgebrande auto’s en verwaarloosd groen, gaat het nu over de veiligheid van een oversteekplaats voor fietsers en het gras dat soms ietsje te lang is.

‘In het begin hadden we nog een parkmanager, maar het geld liep toch wel erg snel uit de kas met zo’n man. Nu maakt iemand van de maatschappelijke opvang in de buurt 1x per maand een rondje en schrijft deze medewerker van de opvang ook een nieuwsbrief over de gebeurtenissen op het terrein. Zo hebben zij leuke inkomsten en hebben wij iemand die zorgt voor verbondenheid tussen de ondernemers’, aldus Van Deudekom.

Economische effect
De herstructurering heeft Molenkade weer op de kaart gezet, maar het terrein blijft desondanks nog vaak een vergeten hoekje bij makelaars. Van Deudekom: ‘Mooi voorbeeld is de samenwerking die ontstond met een leverancier voor elektrische vrachtwagens in 2014. De makelaar had overal gekeken voor die partij, maar kwam pas vrij laat en bij toeval uit bij ons. Uiteindelijk waren we er binnen een dag uit. Ik weet echter wel zeker dat die makelaar niet naar ons was gekomen voor de herstructurering. Dan was ‘ie snel weer vertrokken.’ Voorbergen: ‘Het is altijd lastig te zeggen wat nou het economisch effect is van zo’n herstructurering. Het levert niet direct vijf nieuwe bedrijven op, maar door het te herstructureren hebben we in ieder geval de negatieve spiraal doorbroken en het levert in dit geval zelfs een bedrijf op.’

Samenwerking als succesfactor
Maar wat is nou de succesfactor van dit project? Voorbergen: ‘Ik denk dat het goed is dat sommige projecten net een extra zetje krijgen van buitenaf. Het kan net die stimulans zijn om een gebied aan te pakken. Uiteindelijk kwam hier alles samen: de subsidie van de provincie, samenwerking met de gemeente en een ondernemersvereniging met Jan als absolute trekker die er de schouders onder wilde zetten. Er ontstond een samenwerking waarin iedereen het verschil wilde maken en de neuzen dezelfde kant op stonden.’ ‘Ik zie waar je naar toe wilt’, haakt Van Deudekom in. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er zonder jou nooit iets was gebeurd. Dat meen ik echt.’